subgenus Synerga Weise, 1900

 

Chrysolina coerulans Blauwe muntgoudhaan, NL Wageningen, 27-IX-2001, J.J. Wieringa (Winkelman)Chrysolina coerulans (Scriba, 1791)²
=C. modesta (Fabricius, 1792) 
        

Blauwe muntgoudhaan

 

Chrysolina coerulans Blauw muntgoudhaantje

NL Wageningen, 27-IX-2001, J.J. Wieringa (Winkelman)
♂ genitaal, NL Houthem, VIII 1946, C.J.M. Berger (Winkelman)


Kever 6.2-9.0 (9.5) mm, meestal eenkleurig blauw, zelden goudgroen of met onopvallende schouderband; langovaal, groter dan 6 mm (2n=24)1.

Onderkant: met sterke metaalglans, meestal donker; uitsteeksel van voorborst met duidelijk glanzende randen.

Ogen meestal iets ingedrukt.

Halsschild-zijde gerond, zonder indruk of groef, hoogstens grof gestippeld; in het midden over het algemeen gelijkmatig en fijn gestippeld; -voorhoek met borstelhaartje.

Dekschilden grover gestippeld dan het midden van het halsschild; -omslag van opzij alleen voor zichtbaar, na het midden omgebogen.

Voeten donker, meestal met metaalglans; klauwlid onder aan het eind zonder doorn.

Penis smal toelopend.

Larve bovenlip van smal en hoekig ingesneden.


 

 

Alleen foto's zijn niet met 100% zekerheid te determineren (bijvoorbeeld het zwaar gehavende dier op waarneming.nl-5926908 van Remco Vos. Het maken van een genitaal preparaat aan te raden. Zeker nu de soort in opmars is en ook meer samen met Chrysolina herbacea gaat voorkomen.


diverse stadia: Kouderkerke, 17 V 2006, Insecten fotosite van de tuin van Albert de Wilde (www.ahw.me).

Hengelo Landmansweg, 19-IX-2008, Arp Kruithof det. Theodoor Heijerman (www.nederlandsesoorten.nl-112982)