Struikhaantjes

Gonioctena s. str.

Op Wilgen (Salicaceae), vooral langs rivieren van de submontane tot alpiene zone. 5-8 mm; V-VIII, tweejarig, zowel de kever als larve overdag actief. De overwinterende kevers verschijnen half mei en lopen of vliegen naar hun waardplanten. Wanneer de bladknoppen zich openen legt het vrouwtje eenmalig ongeveer 40 eieren, op de bovenzijde van het blad. De eieren komen direct of na enkele uren uit (ovoviviparie). Normaal verkrampen Bladkevers bij verstoring, maar Struikhaantjes blijven meestal zitten. Het vrouwtje pleegt namelijk broedzorg, zij houdt de wacht aan het begin van de tak en verdedigt haar kroost tegen mieren, wantsen e.d. (zie foto's Vladimir Bryukhov - Владимир Брюхов 2014 insecta.pro-50204). Hiertoe scheidt zij een afweerstof af uit klieren van haar dekschilden. Larven eten afzonderlijk van de bladranden, maar hebben contact met elkaar d.m.v. geuren. Tegen de avond gaan zij in één of meer groepjes op de tak zitten. In het 3e stadium kruipen de larven ieder voor zich in de bodem om te verpoppen. Op geringe diepte maken zij een holletje en kleven hun achterlijf vast. De totale ontwikkeling is zeer kort (20-28 dagen), zodat de nieuwe generatie kevers al verschijnt in juli. Nog in de zomer gaan deze samen met de oude generatie in een negen maanden durende winterslaap. Het volgende jaar copuleren deze kevers, om pas in het jaar daarop eieren af te zetten! De actieve periode zou zo kort zijn, doordat hun voorouders aangepast waren aan het Arctische milieu. Noord-Holarctisch, subboreaal, evenals subgenus Goniomema in Europa niet mediterraan, wel in de Centraal-Aziatische gebergten.

Zie ook overzicht.