vrij
zeldzaam
(III) IV-VII (X),
vooral
mei
en juni, larven vanaf eind april tot eind mei, kevers tot eind juli (Wimmer
& Winkel 2000), volgens Bechyně
(1947) de
nieuwe
generatie
in
de
nazomer (VIII) en deze overwinterd (waarneming.nl). Ovovivipaar, met lage vruchtbaarheid (25 eieren) (Urban
1998).
Kunnen
waarschijnlijk
vliegen. Vrij zeldzaam, alleen in noordoost Nederland algemener op
Wilde
lijsterbes
( Larven van G. quinquepunctata werden al in 1994 op Amerikaanse
vogelkers gesignaleerd in Duitsland (Wimmer
& Winkel 2000). Jeanne Nannenga vond de bladkever op Brem (Cytisus
scoparius (L.) - 11 mei 1994 Sellingen Gr), maar dat
was waarschijnlijk eenmalig. De
vermelding
van
andere
bosstruiken:
Hazelaar
(Corylus
L.),
Wilg
(Salix
L.)
e.d.
berusten
mogelijk
op
imago's bij massaal voorkomen of
het
betreft
de
nauw
verwante
soort
G.
intermedia. In Litouwen op Zoete kers (Padus avium (L.) (Budriené
2003). In
Finland
verdrongen
door
G.
intermedia
(Palmén
1948).
Gonioctena quinquepunctata
Fenologie van enkele records Gonioctena quinquepunctata 1906 - 2009
Bestand EIS werkgroep Chrysomelidae 2010
program NEV-ORDE Vorst & Fokker 1995