Genus Oreina Chevrolat in Dejean, 1836

subgenus Chrysochloa Hope, 1840

= Alpaeixena  Motschulsky, 1860


Europa 5 soorten en 1 soort in SiberiĆ«. 

Kever groter dan 6.0 mm (2n=24).

Kop: spriet geheel donker, hoogstens verbinding tussen leden lichter, sprietlid 5 en 6 meer dan 1.5 maal langer dan breed; laatste kaaktasterlid meestal langwerpig en toegespitst: langer dan breed; even breed of smaller dan voorgaande lid.

Penis meer dan 4 maal langer dan breed.

Larven met groot, lichter gekleurd 1e borststuk, zonder duidelijk zichtbare afweerklieren.


Maak een keuze uit de volgende soorten, 

of klik op TABEL hiernaast.