subgenus Intricatorina Kühnelt, 1984 Oreina intricata (Germar, 1824)
|
De ssp. anderschi Duftschmid, 1825 groen, de nominaat blauw, de laatste komt voor in de noordelijke Karpaten (Polen, Tsjechië, Slowakije en Oekraïne).
Kop: spriet onder en aan het begin licht gekleurd; laatste kaaktasterlid breder dan voorgaande lid, meestal bijlvormig afgeknot. Halsschild-zijde over de gehele lengte breed afgevlakt; uitsteeksel tussen de voorheupen vlak, ongegroefd. Dekschilden eenkleurig, soms iriserend maar zonder banden; zeer rimpelig (foto Borowiec, 2009); -omslag na schouder plotseling versmald (fig. ). Penis kort, tot 4 maal langer dan breed. |