subgenus Phaedon s. str.
=P.
gramicus
(Megerle
in
Duftschmid,
1825)
|
Imago,
Alpes de Mt. Provence Brunet, 27-V-1987, W.J. Veldkamp (Winkelman);
Kever x = 2.8 bij 1.8 mm, vrij rond; meestal bronskleurig, zie beschrijving in Everts (1922: 441). Halsschild-voorrand over de hele lengte even breed; -voorhoek regelmatig gerond. Achterborst met volledig doorlopende dijlijn voor de inleg van de middendij. Dekschilden ruimte tussen stippelrij 8 en 9 voor tweemaal zo breed als andere tussenruimtes. In Winkelman & Debreuil 2008 zijn de ovale stippels als kenmerkend geprefereerd. |