Phratora vitellinae (Linné, 1758)1 Brons griendhaantje Bronzen wilgenhaantje |
Imago, NL Arnhem, 25-VII-1988, Winkelman (Winkelman)
Kever (3.5) 4.1-4.5 (5.2) mm, glanzend goudkleurig, vaak met groene metaalglans, soms koperrood, zelden geheel blauw of zwart; gevleugeld en vliegen. Zie ook de variatie in een Europees transect (Canty et al. 2016). Kop:
spriet
korter
dan
voorpoot,
2e
sprietlid
korter
dan
3e
en
vaak
peervormig,
vanaf
3e
lid
alleen
normaal
behaard,
8e
lid
hoogstens
1.5
maal
langer
dan
breed; voorhoofd tussen
de sprieten zwak ingekerfd gegroefd, en tussen de ogen vlak daardoor
weerschijn driehoekig.
Halsschild
vaak
donkerder
dan
dekschilden;
-eind
rechthoekig.
Schildje
even breed als lang, vijfhoekig.
Dekschilden
zonder
plooi/rib.
Voet:
klauwtand groot (basale deel van
de klauw verbreed).
Penis:
zijdelings in het midden breed en hoekig aflopend, zie fig.
|
Neerijnen
Stiftsche Uiterwaarden Abtsakkers, 25-VII-2008, Wim Rubers (waarneming.nl-390067)
aedeagus en sterniet (Bukejs 2009) Atlas
of leaf beetles of Russia [www.zin.ru]
eieren Hoogeveen, 07-VIII-2014, Jan de
Gooijer (waarneming.nl-7170807)
pop (op een blad?) I. Altmann (www.koleopterologie.de)
(www.koleopterologie.de)