Rond
griendhaantje
Vaak
zeer
schadelijk
III-X,
2-4
generaties
per
jaar,
van
elk
minimaal
4
weken,
maar
extreme
vochtigheid
of
droogte
leidt
tot
een
variabele
zomerrust.
Vaak
is
alleen
de
eerste
generatie
zeer
talrijk. Drees (2013)
meldt in het Duitse Roerdal een dip in de populatie-grootte.
Plagiodera versicolora
Het was mijzelf ook al opgevallen dat de laatste jaren niet meer elke schietwilg in Nederland de soort opleverde. Weliswaar enigszins, is in ongeveer de laatste 10 jaar ook een Nederlandse dip te herkennen, maar het aantal records lijkt ongeveer vanaf 2012 weer toe te nemen, zo kent natuurlijk elke soort (lastig te verklaren) fluctuaties.
Salix sp. (Wilg) - 75x + larven Salix alba (Schietwilg) - 24x + larven Salix
aurita (Geoorde wilg) - 2x + larven
Salix triandra (Amandelwilg) - 3x Salix
cinerea - 2 x Salix caprea - 1x det. Jan Wieringa Salix x rubens - 1x 30 jun 2004 Enkhuizen NH det. Jan WieringaSalix viminalis - 1x 17 mei 1994 Abcoude UT det. Jaap Winkelman
|
|
levenscylus
De kevers eten na het overwinteren in het voorjaar van het pas verschenen blad en van de pollen. Vóór de overwintering worden de vrouwtjes bevrucht en in het voorjaar volgt een gesynchroniseerde eileg: 87-97 % legt namelijk eieren in de eerste week (Wade & Breden 1986). Opvallend is dat de kevers van uit elkaar staande bomen zich ongelijk ontwikkelen1. Dit zou in verband kunnen staan met de verminderde vliegactiviteit in het voortplantingsseizoen, geheel anders dan bij Chrysomela saliceti bij die soort vliegen zowel de mannetjes als die vrouwtjes en rood is kennelijk een superprikkel (waarneming.nl-6605764).
De 350 eieren worden in groepjes van gemiddeld 17 stuks afgezet op de onbehaarde bladzijde. De eieren staan i.t.t. Phratora (zie waarneming.nl-7170807) op hun top. De eipakketten worden door de eerste generatie op de onderste bladeren gelegd, volgende generaties gaan geleidelijk naar boven om eieren te leggen. Direct na het uitkomen gaan de larven over tot kannibalisme, zodoende is na 1 dag de groep gehalveerd! De overgebleven larven leven dan -zoals men dat noemt- primitief sociaal verder: samen eten, samen verdedigen tegen predatoren en het volgen van reuksporen van soortgenoten, maar zijn ook groepen van larven waargenomen met larven van Phratora.
De larven vervellen ook gelijktijdig. De larven zijn op enkele gelige plekken na zwart. In het derde stadium verspreiden de larven zich en verpoppen op de onderzijde van de bladeren. De pop lijkt dan veel op een pop van een Lieveheersbeestje.
De levensduur van zomerkevers is 3 à 4 weken, maar kunnen ook 1 jaar worden (Cox 2007), de laatste generatie paart en overwintert achter kurk of in de bodemlaag.
Kan zich echter ook aseksueel voortplanten. In zuidelijk Midden-Europa zijn zij het gehele jaar actief. De kans op nakomelingen wordt vergroot door vóór en na de winter te paren, en met meerdere kevers. Toch bereikt slechts 4.3 % van de eieren het volwassen stadium.
Zie ook overzicht
Fenologie van Plagiodera versicolora 274 imago records in de jaren 1898 - 2012
Bestand EIS werkgroep Chrysomelidae 2012
program NEV-ORDE Vorst & Fokker 1995