Aan Ranonkelachtigen (Ranunculaceae). In de paartijd vooral op de bloemen, vaak sympatrisch. Gevleugeld. Verpopping in de bodem of aan de stengel. Overwinteren als kever en komen vaak in aanspoelsel voor. Op waterplanten in zeer natte, moerassige of in zilte gebieden en toendra (bijvoorbeeld Shetland). Als Pleistoceen fossiel in Noord-Amerika (Böcher, 1989; Matthews & Telka, 1997).