Nederland
Chrysolina
In bijna geheel Nederland met 1565 records
(2008).
Hoewel ondermonstert lijken zij te ontbreken in grote
stukken.
Laatglaciaal luiden vooral de pioniers onder de Composieten het einde van de IJstijd in (Van Huissteden & Ran 1993). Ongeveer 13.000 jaar geleden is er een toename van Alsem (Artemisia). Alsem is de waardplant van Chrysolina (Chalcoidea) en mogelijk ook van Chrysolina (Craspeda), deze zijn alle donker van kleur en roodgerand. Overblijfselen van deze levensgemeenschap zijn zelden, en nooit oorspronkelijk: heel Nederland eindelijk warm en bedekt met zand bewoont door enkele soorten.
Goudhaan-soorten (Chrysolina-sp.) leven op kruiden en vliegen praktisch nooit, zij lopen vooral langs lijnvormige landschapselementen. De meeste Nederlandse dieren hebben weliswaar volledige vleugels, maar hun vliegspieren zijn gereduceerd. Het Moertje (Chrysolina polita) is de algemeenste van het geslacht. Het succes van deze soort blijkt bij de vliegensvlugge kolonisatie, maar met zekerheid waren er in 2000 slechts enkele soorten vliegend waargenomen. In de EIS werkgroep Chrysomelidae houdt Ron Beenen hiervan de lijst bij voor de gehele familie.
De Gezoomde duingoudhaan (C. limbata) leeft in droge graslanden op het algemene Smalle weegbree, maar toch is zijn huidige beperkte voorkomen in de Hollandse duinen door de loop van de rivieren bepaald (Winkelman, 1993). Op graslanden van de voormalige rivierduinen leefde deze soort waarschijnlijk ook.