_zie
noot
In Midden-Europa zeldzaam, algemener in gemengd bos met naaldbomen (63°N altitude 2075 m GBIF 2012).
Uit
Luxemburg
meerdere
recente vondsten (1983). In
België
alleen
in
provincie
Luxemburg
niet
zeldzaam (Fontenoille
en
Bouillon,
1991,
leg.
en coll. J.K. Winkelman, foto M.
Debreuil). In Duitsland in
Westfalen
na
1950
alleen
boven
270
m
gevonden
(Lucht
1965),
na
1970
echter
talrijker
(Gürlich
1992;
Fritz-Köhler
1994; Franzen 1995),
maar slechts enkele zeer recente vondsten in Neder-Rijn, Duisburg 2001 en
Rijnland-Pfalz, Urmitz 2000 (GBIF
2012);
stroomopwaarts langs de Rijn, en overig Baden en Württemberg 18 recente (>
1950) vondsten (Frank & Konzelmann
2003); in noordoostelijk gebied meer algemeen (33 records vanaf 1985
in Sleeswijk-Holstein) (Tolasch & Gürlich
2001-2008); Ziegler
&
Suikat
(1994)
beschouwen
de
soort in
Sleeswijk-Holstein
als potentieel bedreigd. Ook uit
Denemarken recente vondsten (Danmarks Fugle og Natur).
Niet
bekend
uit Groot-Brittannië en Finland, zie mogelijk
Finnish Biodiversity Information Facility
(FinBIF) laji.fi. In Zweden vele vondsten na 2000 tot N60°45'
(artportalen.se
Bedel
(1899)
noemt Portugal. Op de uitlopers van de Pyreneeën in Spanje (Malpàs
N42°23'E0°46' altitude 1000m Cataluña provincia de Lérida op 12 mei 1984
leg. H.C. Pijpers coll. J.K. Winkelman), waarschijnlijk uit het oude
bergbos van het natuurgebied La Faiada de Malpàs.
Uit Hongarije kent Vig (2009)
alleen oude literatuur vermeldingen en schrapt de soort van de lijst. Aslan & Özbek (1999)
vermelden de soort voor het eerst uit Turkije van 1992 en 1994 van 1600 en 1750
m altitude. Ook gemeld uit de Caucasus (Mirzoeva
2001) en recent vermeld uit Rusland (57.6°N 39.8°E) (Bieńkowski
2010), dus kan in de kaart het bovenste '?' weg.
EUS: meu.
|
12 maart 2016 |
De Nederlandse Goudhaantjes
This site is online since 2003