|
Genus
Chrysolina
Motschulsky,
1860
subgenus
Hypericia
Bedel,
1899
Laatste
kaaktasterlid
veel
langer
dan
voorgaande
lid;
spriet
midden
tussen
oog
en
kopschild
ingeplant;
halsschild-zijde
gegroefd;
dekschilden
met
zeer
regelmatige
gepaarde
stippelrijen. Penis
flagellum
kenmerkend; zonder spermatheca. (2n = 38).
Maak
een
keuze
uit
de
volgende
soorten,
of
klik
op
TABEL
hiernaast.
|
|