Nederland

Chrysolina cerealis Jaap Winkelman kaart regenboog Nederland goudhaantjes natuurhistorisch museum   Legenda
Chrysolina cerealis
BESTAND 2015

  Nederland: Rode Lijst  1 -  op het punt 

 

Samen met het afgebeelde aangrenzend gebied ook sterk afnemend 39 % (meegerekend de internet melding nabij Noord-Limburg 6 km van de Nederlandse grens
(12 VI 2004 uit Weeze, Wemb N51°35'E6°10' GEO-Tag der Artenvielfalt, Kiesgruben Wemb, GBIF 2009).

Voor geheel Midden-Europa heb ik een aanzienlijke afname van 24 %  berekend, zie provisorische kaart Europa

In Nederland zeer zeldzaam en op het punt van verdwijnen. Weliswaar komt 78 % van de 27 vondsten uit Limburg, toch kan gesproken worden van een fluviatiele verspreiding. Langvleugelig (Rüschkamp 1920). In onze omgeving ook vooral op kalkbodem en in dorre zandige of stenige gebieden, vooral op warme hellingen en in Nederland ook langs de Maas en Rijn te verwachten. Zijn waardplant Grote tijm (Thymus pulegioides) is vrij algemeen in het Renodunaal, maar de bladkever heeft de duinen niet bereikt, zie (soortenbank.nl).

 

In Nederland 26 vondsten in 8 GRID's (10 x 10 km²) met 36 exemplaren (1873-1979).

Na 1900 in 2 GRID's, na 1950 in 1 GRID.

(Utrecht: Utrecht 1 ex. <1943 foutief (Winkelman 1999)). Gelderland: Zutphen 1 ex. <1897; Brummen 1 ex. <1859; Wageningen 5 ex. <1922. Limburg: Bleijenbeek 1 ex. 1882; Homberg 3 ex. 1901; Obbicht 1979 1 ex.; Maastricht 11 ex. z.j. <1834; Gronsveld 3 ex. 1873; Bemelen 5 ex. 1890; Houthem 2 ex. 1895; Valkenburg 5 ex. 1890; Kunrade 1 ex. 1920.

De vermelding Amsterdam in Nonnekens (1961) is foutief, er zijn geen exemplaren in zijn collectie aangetroffen. De handgeschreven vermelding "Amsterdam ?" in het manuscript van E.J.G. Everts is met  potlood en met een ander handschrift en kennelijk na de dood van Everts in 1932 door iemand anders toegevoegd, waarschijnlijk Pieter van der Wiel 1893-1962 zoals Brakman (1966) en Vorst (2010) vermelden (vergelijk de foutieve aantekening "Haren" bij Donacia malinovskyi, wat bleek te berusten op een exemplaar uit 1940 welke door Ron Beenen gedetermineerd werd als een exemplaar van Donacia sparganii).

Muilwijk & Felix (2004) vonden een aantal merkwaardigheden van G.C. Bolten:

"Everts (1925) betwijfelt de juistheid van de etiketgegevens van een aantal van deze vangsten. Klynstra (1939) vermeldt, zonder de naam Bolten te noemen maar wel naar diens waarnemingen verwijzend, dat deze veel ongeprepareerd materiaal uit Europa ontving en dat er vergissingen gemaakt zijn bij het aanbrengen van de vindplaatsetiketten. Brakman (1966) neemt het materiaal van Bolten niet op. Aangezien we geen nieuwe informatie over deze kwestie hebben gevonden volgen we de meningen van Everts, Klynstra en Brakman."

In de collectie van De Vos tot Nederveen Cappel (NCB Naturalis, Leiden) heb ik 8 ongedateerde exemplaren van hem gezien met etiketten 6 van Maastricht, 1 van Gronsveld en 1 van Valkenburg. Deze vindplaatsen zijn niet merkwaardig, omdat Chrysolina cerealis ook met andere vondsten van deze plaatsen bekend is.

 

Ook in het aangrenzend gebied zeldzaam, vóór 1900 verspreid in het gehele heuvelland (100 m altitude), maar sterk afgenomen en na 1950 slechts van enkele bekende vindplaatsen op kalkgronden in het laaggebergte Ardennen en Eifel.

 


9 augustus 2016

 H O M E Goudhaantjeswebsite
De Nederlandse Goudhaantjes


This site is online since 2003

 

Erich Wasmann Chrysolina cerealis Jaap Winkelman kaart regenboog Nederland goudhaantjes website natuurhistorisch museum