Boreo-montaan
en
zeer
zeldzaam submontaan (67°N altitude 2500 m GBIF 2012). Op
Grauwe
wilg
(Salix
cinerea
L.),
ook
vermeld
van
Boswilg
(S.
caprea
L.)
en
Witte
els
(Alnus
incana
(L.)). V-VI. Derenne
(1963) noemt uit België het aangrenzende Lanaye (prov. Luik), z.j., en
in 1960 in zuid België (prov. Luxemburg). In 1962 ook uit Luxemburg (Musée national d'histoire naturelle Luxembourg
Mousset
1984, GBIF
2009). Uit Duitsland is de
vermelding
uit
Rijnland
van
Weise
(1898)
is
foutief
(Roettgen
1911). Na 1950 wel uit Neder-Sacksen (Horion
1951). Oude
vondsten
bekend
van
Hessen
(Köhler
& Klausnitzer
1998),
Westfalen
(1902)1. In Duitsland sterk bedreigd (categorie 2) op de Rode Lijst (Geiser
1998); uit Westfalen aan de voet van middelgebergte in Witten N51°26'E7°21'
(Fügner 1902 citaat in Kroker
1986); uit
Thüringen de laatste vondst 1894 (Fritzlar
2001); uit Baden en Württemberg na 1950 slechts 1 record uit Baden-Alb (Frank
& Konzelmann 2003). Uit Frankrijk van de Vogezen
(<1958, Callot
& Matter 2003). Bekend uit Letland (Telnov
2004) en Litouwen (Tamutis;
Tamute & Ferenca 2011). EUS:
meu
sib CEA.
Global
Biodiversity Information Facility (GBIF)
Legenda
België
(1960) en Luxemburg (1962).
In 2012: 21 records/exemplaren uit
België (9), Noorwegen (1), Zweden (1), Finland (3), Zwitserland (1), Oostenrijk
(2) en Hongarije (2).